Er zijn allerlei soorten vegetarische saté, en geloof me, die zijn echt superlekker. In Indonesië zelf kom je ze niet zo vaak tegen als de klassieke kip- of varkenssaté, maar er zijn tegenwoordig genoeg leuke, moderne varianten. Neem bijvoorbeeld dit recept voor Saté Tempeh – misschien wel de populairste vegetarische saté die er is, én nog lekker voedzaam ook. Tempeh heeft zo’n lekkere, nootachtige smaak en zuigt marinades op als een spons. Combineer dat met een romige pindasaus en het is echt genieten.
Saté Tempeh is een superlekker gerecht dat we nu lekker zelf gaan maken met het recept hieronder. Geloof me, dit gaat je lukken!
Trouwens, dit is niet zomaar een tempehsaté recept. Deze is op een hele moderne manier gemaakt. Net even anders dan anders, maar echt ontzettend lekker.
Ingrediënten: (voor 4 personen)
400 g tempeh, in blokjes van ca. 2 cm
3 el ketjap manis
2 el sojasaus
2 teentjes knoflook, fijngehakt
1 tl ketoembar (gemalen koriander)
1 tl djinten (komijnpoeder)
1 tl laos (galangawortelpoeder, of vervang door gember)
1 el olie (pinda- of zonnebloemolie)
1 tl sambal oelek (of meer als je van pittig houdt)
Satéstokjes (even in water weken tegen aanbranden)
Bereiding:
Marineer de tempeh; Meng de ketjap, sojasaus, knoflook, ketoembar, djinten, laos, olie en sambal in een kom. Voeg de tempehblokjes toe en schep goed om. Laat minimaal 1 uur marineren (liefst een hele nacht in de koelkast).
Rijg de gemarineerde tempeh aan satéstokjes en grill ze op een barbecue, grillpan of onder de oven-grill, tot ze mooi bruin en een beetje knapperig zijn.
Leg de saté op een bord, giet er pindasaus overheen of serveer ernaast.
Garneer met gebakken uitjes en eventueel wat fijngesneden selderij. Serveer met lontong of rijst en acar ketimun voor frisheid.